Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 4 JAC-NYV
(1823)–P.G. Witsen Geysbeek– Auteursrechtvrij[Gerrit van Lennep][Wij rangschikken voorgaande, Gerrit van Lennep, onder de vaderlandsche dichters die eervolle vermelding verdienen, gelijk ook zijn' naamgenoot] Lennep (Gerrit van), die echter niet met hem vermaagschapt was. Wij hebben eene verzameling onder den titel van Jeugdige Gedichten, te Leyden in 1794 gedrukt, voor ons. Dezelve bevat regt lieve stukjes, meest van erotischen inhoud. Fraai vinden wij de volgende coupletten uit het | |
[pagina 187]
| |
stukje, gerigt Aan eenen echtgenoot, bij het overlijden zijner gade: Allen moeten we eenmaal sterven.
Zijn wij rijp voor de eeuwigheid,
Dan wenkt God - en de englen vliegen
Naar beneên.
De englen nemen in hunne armen
Dien verheven sterveling,
Rijp voor de eeuwigheid - en voeren
Hem tot God.
Zoo kwam ook een zalige engel
Bij uw minzame echtgenoot:
De engel sloot haar in zijne armen
En voer op.
Juichend bragt hij uw beminde
Voor den troon des grooten Gods.
God sloeg 't boek des levens open -
Jezus sprak -
Uw beminde bleef - en de englen
Zongen haar een welkomlied.
Daar leeft zij nu, eeuwig zalig
Bij haar' God
Ga naar voetnoot1.
Krachtig is daarentegen de Lierzang bij den dood van j.a. zoutman; vooral in deze coupletten: Gelijk in den winter de storm,
Met ijslijk geweld, op de bergen,
De trotsche cedren verplet,
En al wat hem hindert vernielt -
| |
[pagina 188]
| |
Zoo woedde ook Zoutman op zee:
Hij donderde uit kopren monden -
Daar zonken de kielen des Brits -
En Zoutman drong, doodende, door.
- - - - - -
Voor de Ruiter beefde de Brit,
Waar Zoutman de wimpels deed waaien,
Daar vlood ook de roofzieke Brit -
Daar dacht hij dat Michaël vocht
Ga naar voetnoot1.
Eene brutale, verguizende recensie van dit bundeltje Ga naar voetnoot2 heeft waarschijnlijk den jonger dichter ontmoedigd om de lier verder te handteren. |