Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 3 HAE-IPE
(1822)–P.G. Witsen Geysbeek– Auteursrechtvrij[Willem Hessen]Hessen (Willem). Behalven twee treurspelen, Orestes en Hermione, in 1751 en De Belegering van Haarlem, in 1739 gedrukt, die weinig te beduiden hebben, gaf deze nog in 1741 eenige stichtelijke liederen in het licht, onder den titel van Zinspelende Liefdensgezangen. Theologische klinkklank en mystieke wartaal zijn in dezelven met den ergsten bombast zamengesmolten; bij voorbeeld: | |
[pagina 181]
| |
De Goude Zon, des Waerelds Oog,
Kwam uit de oranje morgendeuren,
Langs eenen diamanten boog,
En aamde duizend frisse geuren
Op Moeder Evaas lelieschoon,
Waerop haar ega stond te bloozen
En boog voor Liefdens liefdetroon,
En plukte daar de ontlooken roozen
Ga naar voetnoot1.
Welk een stapel metaphoren! en die ‘oranje morgendeuren!’... onnavolgbaar! |
|