Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 3 HAE-IPE
(1822)–P.G. Witsen Geysbeek– Auteursrechtvrij[Jakob Petrus van Heel]Heel (Jakob Petrus van). Gedurende het achtste tiental jaren der vorige eeuw maakte deze mede eenig figuur onder de zoetvloeijende verzenmalers, waarvan het in dien tijd krielde. Zijne stukjes worden afzonderlijk of in dichtverzamelingen verspreid aangetroffen Ga naar voetnoot1. Bij de Leydsche en Haagsche dichtgenootschappen behaalde hij gouden medailles, hetgeen toenmaals al heel wat te zeggen was. Wij hebben de moeite genomen van deze zoogenaamde ‘prijsverzen’ door te lezen, en moesten ons verwonderen, dat er zoo weinig moeite aan vast was, om met de verzenmakerij zoo veel eer en voordeel te verwerven; ieder handig verzenfabrikant immers zou in staat zijn om in een' achtermiddag eenige dozijnen versristen te leveren, in gehalte en waarde gelijk aan die, waarmede van heel zoo luisterrijk de overwinning op zijne mededinger behaalde. Wij zullen de eerste coupletten of versristen van zijne bekroonde Chefs d'oeuvre hier laten volgen, dan kunnen zij mogelijk nog tot modellen dienen, ingeval die oude gouden tijd eens mogt terug keeren. | |
[pagina 105]
| |
De regtschapen burgervader
Ga naar voetnoot1.
Verheven - schoone beste stof;
Voor Belgen, Vrijheidkeurelingen
Ga naar voetnoot2
-
Des besten Burgervaders lof,
Voor 't oor der Belgen, op te zingen
Ga naar voetnoot3!
De koorstem
Ga naar voetnoot4 eischt dien grootschen
toon -
Den hoogsten
Ga naar voetnoot5 wacht de zegekroon!
De dichtkunst zelf noopt ons haar kampplaats in te rukken.
Speel, zangster; daar het goud reeds in uwe oogen blinkt!
Ja, klinkt, mijn sitersnaren, klinkt!
Doet me in der dichtren perk een' frisschen lauwer plukken!
De beste burger
Ga naar voetnoot6.
Versterk - gelei - vervlug
Ga naar voetnoot7 mijn schreden,
Geheiligd vuur, waerdoor ik blaak!
| |
[pagina 106]
| |
Op dat ik 't oord der zaligheden -
De school der Burgerdeugd - genaek'...
In 't eind betreedt mijn voet de streeken,
Waerin ik, 't stadsgewoel ontweken,
Vaek voedzel
Ga naar voetnoot1 voor mijn leerzucht vond. -
Mogt ooit mijn ziel de kunst ontdekken
Om 't vaderland tot nut te strekken,
't was hier - op deez' gewijden grond. -
In 1790 verscheen te Dordrecht nog eene verzameling van hem in het licht met oorspronglijke en vertaalde stukjes, in proza en op rijm, getiteld: Iets van j.p. van heel. Ach! had hij het publiek maar liever Niets gegeven! |
|