Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 2 CAB-GYZ
(1822)–P.G. Witsen Geysbeek– Auteursrechtvrij[Simon Doekes]Doekes (Simon) zag het licht den 18 Maart1672, te Emden, in Oost-Friesland; maar, Ofschoon een nabuur door geboorte -
was hij, desniettegenstaande, door zijne
- - - - - woning
En burgerrecht alhier ter stede -
- - voorlang met recht gewettigd tot
Een' Nederlander en trouwhartig Patriot,
| |
[pagina 174]
| |
gelijk hijzelf zegt in zeker uitvoerig gedicht op den Munsterschen vrede van 1648,waarin zekerlijk vele prozaïsche regels en honderdmalen, gebezigde gemeene plaatsen gevonden worden, maar toch ook inderdaad fraaije en krachtige regels voorkomen; bij voorbeeld dezen: Dat dus de dolle kryg, van menschenbloed steets dronken,
Voor eeuwig zy geboeid in Etnaas vuurspelonken!
Dat nooit dat monster, heel natuur ten vloek enschrik,
Geen mensch of dier weêr met zyn' stinkende aem
verstikk'!
Nooit aarde en' wolken scheut' door bliksem en door donder!
Geen steden zette in brand, en keer' het bovenste onder!
Dat dus Europe, van de krygsrumoeren vry,
Nooit strekke een oefenschool van menschenmoordery!
Maar dat de lieve vrede eerlang haar heldre stralen
Verheugd en juichende op Europe neêr doe dalen;
En roep' den landzaat, die niet, door den kryg vermoord,
Ligt op zyn eigen erf in eigen bloed versmoord,
Tot zyn' verwoesten grond en afgebrande daken,
Om die te bouwen en weer vruchtbaar land te maken,
Terwyl zy overal gekust wordt en gegroet,
Dat zy den hoorn van haar' gewenschten overvloed
Milddadig uitstorte en de blydschap doe herleven,
Die ons een schets kan van de Paradysvreugd geven
Ga naar voetnoot1.
Hij was zesenzeventig jaren oud, toen hij dit dichtstuk opstelde; hier en elders hebben wij nog wel een verdienstelijk stukje van hem aangetroffen. |
|