Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 2 CAB-GYZ

[Antonius Deutekom]

Deutekom (Antonius), muzijkmeester te Utrecht, leverde in 1657 eene zonderlinge uitbreiding der Psalmen, op de gewone noten, zonder rijm, en met eenige tusschen in gelapte herhalingen, waarvan het begin van den XXXVII^sten Psalm door van iperen tot een voorbeeld wordt bijgebragt ¹, dus luidende:

1 Kerkel. Hist. van het Psalmgezang, I Deel, blz. 182.

[p. 170]

 

En ontsteeckt u niet over de boosdoenders,

 

Ende benytse niet die onrecht doen.

 

Want als gras sullen, als gras sullen sy haest

 

Sullen sy haest werden afgesneden;

 

Ende als de groene grasscheutkens sullen,

 

Als de grasscheutskens sullen sy afvallen.

Eenige professoren te Leyden en te Utrecht verklaarden in hunne goedkeuring deze vreemde verhanseling der Psalmen te meer prijzenswaardig, om dat ‘niemant te voren dat oit gedaen hadde.’ Het werkje is gedrukt te Amsterdam in 1662 ¹.

1 A. pars, Naamrol, blz. 235.