Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 2 CAB-GYZ
(1822)–P.G. Witsen Geysbeek– Auteursrechtvrij
[pagina 1]
| |
Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters.[Jonas Cabeljau]Cabeljau (Jonas), een Haagsch regtsgeleerde en schrijver van het Catholyk Memorieboek, gaf in 1657 eene vertaling der heldinnenbrieven van ovidius in het licht, onder den titel: Treurbrieven der blakende Vorstinnen, met eene Latijnsche opdragtaan cats. Hoe gewrongen enstijf deze gerijmde vertaling is uitgevallen, kan men reeds daaruit afnemen, dat hijdeze brieven in een gelijk getal regels als de oorspronglijken vertaald, en dan nog gerijmd heeft. En in welk een' stijl!.. Wie zou ooit gelooven dat ovidius even zoo plat in het Latijn geschreven heeft als cabeljau hem in het Nederduitsch vertaalt? Slechts een voorbeeld, uit den brief van Penelope aan Ulysses, zal welgenoeg zijn: | |
[pagina 2]
| |
Myn vaâr Ikarius die dwingt my te verlaten
Myn weduwbed, en mort gestadig dat ik wacht;
Maar ik ben de uwe en het behoort zoo; laat hy praten
Ga naar voetnoot1, enz.
|
|