[Jan Bara]
Bara (Jan). Van dezen heeft men twee
rijmwerken, getiteld: De Godvruchtige Verklikker, Amst. 1656, en Hel
en Hemel, of Zegen en Vloek, 1658, benevens vier tooneelstukken als De
Herstelde Vorst, 1650. Galteno en Alimene, 1656. Het Verslingert
Moekroesje, 1668, en Ik kenje niet, 1664. Deze laatste is eene soort
van Patelinage en vuile bordeelklucht, waaruit nogtans het Nederduitsch
met drie nieuwe werkwoorden verrijkt is:
't Kussen, soenen, 't streelen, likken,
't Onbehoorlyk klikkebikken
Dat valt veeltyds seer slecht uyt,
Want 't ontvrystert en 't ontbruydt.