Krullebolletjes(1896)–Tine van Berken– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] Veel te doen. Fritsje liet zijn scheepjes varen In de tobbe op de baren, Maar er was niet heel veel wind. Wiesje zei: ‘'t Schijnt niet te willen, Houd maar op, 't is tijd verspillen, Breng ze naar de haven, kind. Bovendien, ik moet nog wasschen. Wil jij op de tobbe passen? Dan haal ik het vuile goed. 'k Moet het eerst nog uit gaan zoeken, Hier de rokken, daar de broeken, Nu aan 't werk met frisschen moed! Hier is 't boekje, jij moogt schrijven, Dan kan ik aan 't tellen blijven, Maar, pas op, vergis je niet! - Wat verslonst Pop toch haar kleeren, 'k Moet er zóóveel zeep aan smeren! 't Is zoo zonde, 't goed verschiet! Ja, een moeder heeft veel zorgen! Heb je 't droogrek opgeborgen? Nu, span dan maar gauw een touw, Kijk, als sneeuw ziet nu dit linnen... Popje huilt, 'k moet weer naar binnen! Wat een werk heeft toch een vrouw!’ [pagina 23] [p. 23] Vorige Volgende