het gesprek staakten, toen ze haar zagen staan.
‘Wat hadden jullie van me te zeggen?’ vroeg ze halflachend, erg nieuwsgierig.
‘Wij? Van jou?’ vroeg Gina met een heel onnoozel gezicht.
Maar Elize zag dat Bep een kleur kreeg, die kon zich nooit goedhouden, en meer had ze niet noodig te weten.
‘Ja, zeker,’ zei Elize driest, ‘Annetje heeft het juist gezegd dat er over me gesproken werd, dus vertel me maar gauw waar jelui het over hadt.’
‘Niet zeggen, hoor Gien!’ riep Bep met nog rooder kleur.
Maar Gina lachte. ‘Waarom niet?’ vroeg ze, ‘'t is de proef op de som.’
‘Toe, doe het niet,’ smeekte Bep.
Maar Gina liet zich niet weerhouden: ‘Bep Walters zei daar juist,’ begon ze plagerig, ‘dat jij zoo veranderd was, Elize.’
‘Hoe veranderd?’ vroeg Elize, die flink recht ging staan, omdat ze zich verbeeldde, dat