O, wat stond die daar wanhopig duidelijk, die één!
Opeens, opeens kreeg Freddy een inval. Hij schrikte er zelf van. Hij zag op.
Mijnheer Greevers stond voor de geopende kast met den rug naar hem toe.
Freddy's hart klopte, zijn lippen persten zich samen. Zijn oogen bleven strak op den rug van den meester gericht.
't Rapport lag nog open. Een één was gemakkelijk in een vier te veranderen, - de pen was nog nat, en - de meester keek niet!
Hij ademde snel, de pennenhouder beefde in zijn hand, - mijnheer Greevers schikte een stapeltje boeken terecht.
Straks zou hij klaar zijn, de kast sluiten, en Freddy aanzien.
Dan zou het te laat zijn, dan moest hij naar huis met zijn rapport, met zijn één voor taal....
Nog één schichtige blik op de kast, - daar boog hij zich over het rapport, - één, twee kleine streepjes, - het was gedaan!
Er was weinig inkt meer aan de pen geweest, - de streepjes droogden dadelijk, en hij sloeg het boekje dicht.