Bekroonde volksliederen, uitgegeven door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen(1835)–C.P.E. Robidé van der Aa, Carel Godfried Withuys– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 5] [p. 5] De koning. Wilhelmus van Nassouwe, Oranjes fiere Zoon, Draagt, Land en volk getrouwe, De Koninklijke kroon. Der Vorsten gids op aarde En aller volken vreugd, Geeft hij dier kroone waarde Door Koninklijke deugd. Vast greep hij, in het branden Der opgeruide zee, Het roer van Staat in handen En bragt de kiel ter reê. Nu is het Land na vlagen, In zoeler lucht en tij, Als in Prins Willems dagen, Met Koning Willem vrij. Zijn voorbeeld en zijn gunsten Verheffen wijd en zijd De wetenschappen, kunsten, De nijverheid en vlijt; Hij veiligt vrede en handel, En, op der Vadren spoor, Gaat hij, met woord en wandel, In deugd en Godsvrucht voor. [pagina 6] [p. 6] Geen heir van ruwe wachten Onttrekt hem aan 't gezigt; Hij hoort der armen klagten, En maakt hen 't nadren ligt. Zijn Land en onderdanen Getrouw in nood en dood, Deelt hij der droeven tranen En geeft den armen brood. Bewaar, o God! zijn leven En hou zijn Huis in stand; Laat hem uw hoede omzweven, Tot heil van 't Vaderland! Zijn naam blijv' hoog in waarde, Tot bij den laatsten neef! - Laat, God! hem lang op de aarde!.... De goede Koning leev'! W. Vorige Volgende