Die dagboek van Hendrik Witbooi
(1929)–Hendrik Witbooi– Auteursrecht onbekendKaptein van die Witbooi-Hottentotte 1884-1905
No. 94.Vertaling. De AcortwoordenGa naar voetnoot2) wat ik aan Meester Fransua Daniel Voeis of aan ieder één wat aan mij plaats zou gehuurt hebben, toont of bewijst zijn dezen. V, maar voornamelijk bij meester, Fran Daniel Voeis,
| |||||||||||
[pagina 200]
| |||||||||||
omdat uwe gedachten toepaselijk zijn! en ik hebt U gezegt, Dat ik gra[a]gt mijn gedachte voor u zeggen, maar u zal misschein aanstotelij[k] wesen,Ga naar voetnoot2) als ik voor U heelegedachte wat ik hebt uitspreuken, Daarom hebt ik voor u niet mijne voornemens en gedachte uitgesproken zoo als ik u ook gezegd hebt, maar ik hebdt nodigheid gezien. Dat is mijne gedachte en vornemens, Heden U kund toonen, Zoo geeft ik U mij gedachte en Voornemens schrijftelijk,
| |||||||||||
[pagina 201]
| |||||||||||
Dat maak ik op den 9 Januarij 1893
Ik ben Hoof Kapithein Groot Namagualand, Met mete getuigen van Am[p]lieden, en burgeren, De Ampenaaren met namen, 1. Onder Cap. Habel Izaak 2 Raad Jacobeus Rooman, 3 Raad Paul Arie, 4 Magistraat Jan visser,
5 Magistraat Daniel Pitter,
6 Magistraat PethurusGa naar voetnoot6) Jood
7 Corporaal Jacobeus Jager,
8 Hoofveldt ChurnetGa naar voetnoot7) Daniel links,
En nog met Sommige Ampenaren en met Allen burgurs |
|