Die dagboek van Hendrik Witbooi
(1929)–Hendrik Witbooi– Auteursrecht onbekendKaptein van die Witbooi-Hottentotte 1884-1905
No. 82.E[e]n declaratie Ik Ondergetekende Hendrik Witbooi Groot Operhoofd, van Groot Namaqualand hiermete erken, dat ik acht Gewereen, dezelfde die aan den Heer Q. Faber behoord hebt ik van twee van zijnen huurlingen, op hem wijGa naar voetnoot1) naar Rehoboth in mijn beslag genomen, meenende dezelfde van hem te koopt of de handelen, wanneer als ik hem personlijk zien. Zoodra als den genoemde persoon gearaveert ben te Rehoboth, heeft hij dadelyk over naar mij gekomen te Hoornkrans, over de geweeren, die ik genomen heeft, en aan mij gezegt, dat hij de geweeren niet hunnenGa naar voetnoot2) verkoopen. doorGa naar voetnoot3) de Amonnietië gestopt | |
[pagina 184]
| |
ben door de Duitsche Regering de gemelde geweeren, heeft ik niet aan hem turug gegevenGa naar voetnoot4) |
|