Die dagboek van Hendrik Witbooi
(1929)–Hendrik Witbooi– Auteursrecht onbekendKaptein van die Witbooi-Hottentotte 1884-1905
[pagina 110]
| |
No. 45.
| |
[pagina 111]
| |
u kan toch zoo als Capitein maak u is toch Cap. en die wat in u hart gedenk u kan maar met mond uit spreken toch antwoordt mij in deze ding ik verzoek u omdat gy is groote man en de helle land had u gehoord met uwe groote werk en ik ben kleine kind en [het] zal niet goed gaan en alle menschen zal ook domheid tuschen ons twee zien alle verstandige menschen hooren Cap Hendrik hij schrijf brief naar Samuel en Cap Samuel schrijf weer brief naar Cap Hendrik maar ons verstan niet wat die twee Capiteinen helleseGa naar voetnoot2) menni[n]g [is] Daarom verzoek ik u openpaar toch uwe geheele haard dat ik kan mog verstaan wat u denk En ik zal in korte tyd uwe antwoord wachten U heb niet mij gegroed maar ik zal deze brief met groetenis sluitGa naar voetnoot3)
Ik ben Capitein
Samuel Maharero. |