uitgevoerd naar een te voren beraamd plan, door bezoldigden der geplunderden, aangezet door eenige hoofden der Oranje-cabaale om den voor hun reeds wankelenden militair door roof en moord den mond te stoppen en aan hun te verbinden. In Arnhem is dit onder anderen blijkbaar geweest doordien acht dagen voor de dag der algemeene woeden, de magistraat getoond heeft in staat te zijn, indien ze wilde, den militair in bedwang houden, zeker omdat hun boos ontwerp ter uitvoering niet rijp genoeg was. De zoons van Willem V passeerden op den noodlottigen Vrijdag, den 29 juni (1787) het verwoest Arnhem, en gaven aan de Militie om zich vrolijk te maken f 1000, tegelijkertijd zag men een lijfknecht van Torck van Rosendaal alwaar de jonge prinsen het middagmaal zouden houden, met een oranje cocarde op den hoed, de stad inrijden. Dit was het teken voor de militairen, waarvoor de oranje-cocardes reeds eenige dagen te voren in gereed gebragt waaren. Zij verschenen ermee als razende Bachanten, dat met genoegen door de meerderheid der regeering wierd aangezien, die ook aan de klagenden en hunnen ramp voorzienden Burgerij alleen ten antwoord gaven dat er geen gevaar te vreezen en alles slechts een aangepaste vrolijkheid was. Des namiddags ten 2 uuren vergaderde weders de magistraat terwijl de soldaten woedenden door de stad liepen met een oranjevaandel. Op de stadstoren wierd toen 't bekende Wilhelmus op de klokken gespeeld als 't teken van den aanval; . . . aanstonds begon toen de nimmer zoo gehoorde roof en plundering terwijl de militaire officieren een medaille op de borst hingen. De burgerij was buiten mogelijkheid van defensien. Bij de twintig huizen zijn totaal geruineerd, en bijna aan alle huijzen van weldenkenden glazen en deuren gebrooken. Dit noodlot treft thans alle de Geldersche steeden. 't Plan is al wat weldenkt te ontwapenen, om dus met des te meer maght naar Utrecht en Gelderland te kunnen rukken. Als (?) niet met meer kragt wordt door gewerkt
is te vreezen dat dat de goede zaak verlooren is. Van tijd tot tijd komen er in Utrecht de ingezetenen van Gelderland aan die van alles beroofd in de beklaaglijkste toestand zijn. Overijssel loopt gevaar.
Verslag van Mathias
(coll. D.P., AA)