Zelfs hier dus volstaat het geloof niet om de werklieden in den schoot der Kerk te behouden; de bedreiging met hongersnood is onontbeerlijk! Teeken des tijds!
In de omstreken van Temsche zijn de loonen nog veel kleiner. De patroons en de werklieden leveren zich onderling eene doodende mededinging, tot grootere schade van iedereen, behalve van de Engelschen, die de Belgische manden aan spotprijzen koopen.
In de jutefabrieken - jute is de weefbare stof door de vezels van den aloë geleverd - winnen de werklieden 12 en 13 franken per week, de werksters 7, 8 en 9 franken, de jongelingen van 16 tot 20 jaren oud, 6 tot 8 franken. Wanneer deze laatsten in het huwelijk treden, worden zij aanzien als werklieden, en ontvangen een loon in evenredigheid.
In de fabriek Orlay-Bauwenberg, werken de arbeiders in ploegen, gedurende slechts negen uren, en winnen zooveel als de werklieden der gelijkaardige inrichtingen, of der zelfde fabriek, die elf uren en half daags werken.
In de katoenspinnerij winnen de mannen 20 en 21 franken per week. Te Temsche zijn er nog twee zeildoekweverijen, waar de loonen zeer laag, en de tijdperken van werkeloosheid zeer lang zijn.
Wat de loonen der kantwerksters betreft, deze gaan alle gedachten te boven. De gehuwde vrouw, die niet regelmatig werken kan en zich met het huishouden moet bezig houden, wint 1 frank of 1,50 fr. per week. De meisjes die twaalf uren per dag werken, winnen - luistert goed en bedwingt uwe verontwaardiging! - 3 franken voor zes werk-