Zonder sonnetten(1886)–J. Winkler Prins– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 50] [p. 50] Ultima Thule. De ellende, zegt men, is een zee En 't water dikwijls aan de lippen; En tusschen de donkre golven van wee Verschuilen wreedaardig de klippen. Maar vaart de ellende ook overal mee Langs de onherbergzame kusten? - En zijn er geen eilanden in die zee Met plekjes om uit fe rusten? - Mij dunkt, wanneer men menschen vindt Met grootsche en verheevne gedachten, Onwrikbaar als rotsen, tot 't goede gezind Waarmee zij hun zielen bevrachten, Dan zetten zij reeds in stilte koers Naar der gelukzaligen streken: De eilanden waarvan der nevelen floers Voor de meesten nooit is geweken! Vorige Volgende