Zonder sonnetten(1886)–J. Winkler Prins– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 1] [p. 1] Hemellicht. Duikt daar de zon niet? en gaat zij niet schuilen ‘Bloedrood verscheidend in wolkjes die pruilen, ‘Niet met een lach maar een traan op 't gezicht? ‘“'t Is hemellicht!”’ ‘Blinkt ginds een glimworm met lichtende sprieten Nu 'k aan den avond mijn roos kom begieten, Bijna voor 't steken der zonne gezwicht?’ ‘“'t Is hemellicht!”’ ‘En waar mijn tortel bij mossige beuken Loom van de warmte en bedwelmd van de reuken Schrikt voor dien glans is dat glimhout wellicht?’ ‘“'t Is hemellicht!”’ ‘En dan de gloed in mijn liefstes twee oogen Nu ik haar wreed in heur trouw heb bedrogen, Nu haar mijn staamlende rouwtaal ontsticht?’ ‘“'t Is hemellicht!”’ Vorige Volgende