De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde. Deel 4: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde van de Republiek der Vereenigde Nederlanden (2)
(1924)–Jan te Winkel– Auteursrecht onbekendJan te Winkel, De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde. IV. Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde van de Republiek der Vereenigde Nederlanden (2). De erven F. Bohn, Haarlem 1924, tweede druk.
-
-
gebruikt exemplaar
Exemplaar Universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: 3183 C 4
algemene opmerkingen
Dit bestand is, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van deel 4 van De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde van J. te Winkel, in de tweede druk uit 1924.
redactionele ingrepen
p. 1: heyns → Heyns: ‘Daniel Heinsius, Zacharias Heyns’
p. 143: von → van: ‘Ook het portret van Huygens' broeder Maurits’
p. 383: triomfen, → triomfen.: ‘hare eerste triomfen.’
Bij de omzetting van het oorspronkelijk tekstverwerkingsbestand naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen, maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. I, II, VI, 2 en 394) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina ongenummerd (p. III)]
DE ONTWIKKELINGSGANG DER NEDERLANDSCHE LETTERKUNDE
[pagina ongenummerd (p. IV)]
De Ontwikkelingsgang der Nederlandsche Letterkunde
door
Dr. J. TE WINKEL.
tweede druk.
IV
HAARLEM - DE ERVEN F. BOHN
1924
[pagina ongenummerd (p. V)]
Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde van de Republiek der Vereenigde Nederlanden
door
Dr. J. TE WINKEL.
II
HAARLEM - DE ERVEN F. BOHN
1924
[pagina ongenummerd (p. VII)]
INHOUD.
DERDE TIJDVAK (Vervolg).
Blz. | |
De bloei der letteren, 1580-1680 (vervolg) | 1 |
XXXVIII Catsianen en andere geestelijke dichters in Zuid-Nederland | 3 |
XXXIX Het geestelijk tooneel in Zuid-Nederland | 19 |
XL De rederijkerskamers in Vlaanderen | 23 |
XLI De rederijkerskamers in Brabant | 36 |
XLII De wereldlijke dichters in Zuid-Nederland | 49 |
XLIII De Psalmen en Godsdienstige liederen in Noord-Nederland | 69 |
XLIV Stichtelijke poëzie van Contra-remonstranten en Remonstranten | 88 |
XLV Gedichten van Doopsgezinden en Collegianten | 107 |
XLVI Verhouding van dicht- en schilderkunst | 124 |
XLVII Onze dichters tegenover Rubens en Rembrandt | 142 |
XLVIII De dichtkunst en hare andere zusterkunsten | 152 |
XLIX Vondel als treurspeldichter | 173 |
L Enkele van Vondel's treurspelen | 192 |
LI Jan Jansz. Vos | 217 |
LII De Schouwburg onder leiding van Jan Vos | 232 |
LIII Het tooneel door de Overheid begunstigd, door de Kerk bestreden | 253 |
LIV De tooneeldichters van 1638 tot 1680 | 269 |
LV Heldenromans, herdersromans en Grieksche romans | 290 |
LVI Schelmenromans, hekelromans en hoofschgalante romans | 302 |
LVII Bundels novellen, anecdoten en wetenswaardigheden | 319 |
[pagina ongenummerd (p. VIII)]
Blz. | |
LVIII Het overige proza | 332 |
LIX Hollands gouden eeuw door Vondel verheerlijkt | 345 |
LX Vondel en Amsterdam | 355 |
LXI Oudaen en andere aanhangers van Johan de Witt | 366 |
LXII Joannes Antonides van der Goes | 378 |
VIERDE TIJDVAK.
Deverfransching der letteren, 1680-1780 | 393 |
I Bij den aanvang van het nieuwe tijdvak | 395 |
II Dr. Lodewijk Meijer en de stichting van Nil Volentibus Arduum | 412 |
III Het optreden van Nil Volentibus Arduum | 423 |
IV De bloeitijd van Nil Volentibus Arduum | 441 |
V De kunstleer van Nil Volentibus Arduum | 456 |
VI De Schouwburg aan Joan Pluimer en Pieter de la Croix verpacht | 469 |
VII Nieuwe Schouwburgstrijd | 481 |
VIII Nil Volentibus Arduum op zijn nadagen | 495 |
IX Opera's, Harlekijn- en Krispijnspelen | 514 |
X De blijspelen van Asselijn, Bernagie en Alewijn | 533 |
Verbeteringen op het Derde Deel | 550 |
[pagina ongenummerd (p. 550)]
VERBETERINGEN OP HET DERDE DEEL.
Bl. 18 reg. 17 v.o. Conrades, lees: Conradus.
Bl. 22 reg. 4 v.b. Martinius, lees: Martinus.
Bl. 23 reg. 1 v.b. zijn, lees: zijne.
Bl. 60 reg. 12 v.o. Ecco, lees: Ecce.
Bl. 91 reg. 18 v.o. Ackermans, lees: Ackerman.
Bl. 100 reg. 16 v.b. nieuwsjaarsliederen, lees: nieuwejaarsliederen.
Bl. 119 reg. 9 v.b. dien, lees: die.
Bl. 122 reg. 1 v.o. den, lees: de
Bl. 144 reg. 16 v.b. Zelf, lees: Zelfs.
Bl. 167 reg. 9 v.o. misschein, lees: misschien.
Bl. 171 reg. 12 v.b. wenig, lees: weinig.
Bl. 177 reg. 6 v.o. door zijn vader geopperde, lees: door J.H. Rössing, Ned. Spectator 1876, bl. 126, geopperde, maar door zijn vader in De Navorscher 1876, bl. 555 vlgg. bestreden.
Bl. 208 reg. 14 v.o. waren, lees: warmen.
Bl. 216 reg. 11 v.b. redenenen, lees: redenen.
Bl. 221 reg. 19 v.b. ongehevalschte, lees: onghevalschte.
Bl. 273 reg. 13 v.o. dan, lees: den.
Bl. 275 reg. 10 v.o. den, lees: de.
Bl. 277 reg. 2 v.o. scheidden, lees: scheidde.
Bl. 292 reg. 2 v.o. aan, lees: in.
Bl. 296 reg. 12 v.b. 1609, lees: 1619.
Bl. 324 reg. 13 v.o. kriijgen, lees: krijgen.
Bl. 334 reg. 15 v.o. er, lees: en.
Bl. 352 reg. 2 v.b. t', lees: 't.
Bl. 353 reg. 6 v.b. twist, lees: wist.
Bl. 413 reg. 8 v.b. kwam, lees: kwamen.
Bl. 438 reg. 14 v.b. Fransch, voeg bij: van Georges de Scudéry.
Bl. 476 reg. 5 v.o. dreigenemt, lees: dreigement.
Bl. 506 reg. 9 v.b. (ook 508, 11 v.b.) Huygen's, lees: Huygens'.
Bl. 508 reg. 12 v.b. vermont, lees: vermomt.
Bl. 522 reg. 9 v.o. Huygen's lees: Huygens'.
Bl. 548 reg. 8 v.b. Ammon, lees: Amman.
Bl. 550 reg. 5 v.b. gedichte, lees: gedichten.