Ook de berichten kan zij vlug aan een ieder vertellen.
Bij Primpie de kolibrie aangekomen, zegt Sara hijgend van vermoeidheid: ‘Primpie ik moet je hijg-hijg... dringend spreken. Je weet toch... hijg-hijg... dat we elk jaar kerst vieren en dat we... hijg-hijg een heleboel dingen... doen voordat kerst is aan gebroken’.
‘Ja, ja ik weet het,’ zegt Primpie.
‘Maar,’ gaat de uil verder, ‘dit jaar hebben we niets gedaan en er resten ons nog maar tien dagen.’ Primpie schrikt en kijkt Sara met grote ogen aan. ‘En, beste Primpie, je weet toch ook dat we Hoog bezoek krijgen?’ gaat Sara de uil verder. ‘De hoge Commissaris van het Zanderijbos, Heer Kobi Kaaiman en zijn gezin, die elk jaar komen om feest te vieren. Vorig jaar kon hij niet komen, maar dit jaar komt hij zeker wel.’
‘Ooh, ooh, dit is heel erg,’ zegt Primpie. ‘En we hebben niets gedaan. Het zal een schande zijn als Commissaris Kobi Kaaiman komt met zijn gezin en er is niets geregeld. Geen kerstversiering, geen kerstliederen, geen lekker eten, geen stoelen, geen tafels, geen drankjes, nee, dit is buitengewoon erg! Dit wordt een ramp! Wat moeten wij doen?’ vraagt Primpie de kolibrie paniekerig.
Sara de uil zegt: ‘Wel, daarom ben ik direct naar je toe gekomen. Ik heb een voorstel om een spoed bosvergadering te houden. We gaan proberen om iedereen uit te nodigen om deze spoedbosvergadering bij te wonen. En jij bent de snelste, die op dit moment mijn bericht kan doorgeven aan alle dieren in het Zanderijbos.’
‘Ja, zal ik doen,’ zegt Primpie de kolibrie serieus.
Sara knikt goedkeurend en zegt: ‘Ik wist dat ik op jou kon rekenen, Primpie. Nu ga ik snel naar huis. Ik kom later bij je, want ik ga alvast beginnen met het typen van de uitnodigingsbrieven.’ En weg is Sara de uil.