Lusthof van Christelyke dank- en beedezangen
(1715)–Daniël Willink– Auteursrechtvrij
[pagina 213]
| |
Toon: Onze Vader in Hemelryk.I.O Godt, die onze Vader zytGa naar margenoot+
In Christus, die, ten regten tyd,
Hierom op aard, van zynen Troon,
Verscheen als Mensch en uwen Zoon:
Gy die uw Magt en Majesteit
Hebt in de Hemelen bereidt.
| |
II.Maak ons door uwen Geest bekwaam,Ga naar margenoot+
Dat uwen grooten wondernaam,
Door onze taal en door ons werk,
Als leden van een Christenkerk,
Geheiligt werde, tot een roem,
Dat ik u mynen Vader noem.
| |
III.
Laat nu, Heer, komen 't KoninkrykGa naar margenoot+
Van uwen Zoon, ten wissen blyk'
Van zyn verkreegen magt en regt,
Het geen Hem toekomt als uw Knegt.
Geef dat wy ons, door uwe kragt,
Steeds onderwerpen zyne magt.
| |
[pagina 214]
| |
IV.
Ga naar margenoot+ Geef, dat wy uwen will' en wet
Ons tot een rigtsnoer voorgezet,
De vryheids wet, die in 't gemoed
Geloove, Hoop en Liefde voedt,
Volvaardig houden en bevroên,
Als d'Englen in den Hemel doen.
| |
V.
Ga naar margenoot+ Ons daaglyks brood voor 't sterflyk deel
Geef ons, o Heer, om U geheel
Met ziel en lyf ten dienst te zyn
In vergenoeging, zonder pyn,
En oeff'ning der meêdeelzaamheid,
Van 't geen Gy ons hebt toegeleidt.
| |
VI.
Ga naar margenoot+ Vergeef ons, om des Heilands bloed,
't Geen uwe gramschap heeft verzoet,
Der zonden schuld; die Gy, Heer, wraakt,
En ons uw gunst onwaardig maakt;
Schenk ons een hart dat ook vergeeft
Elk die ons ooit beleedigt heeft.
| |
VII.
Ga naar margenoot+ Leid ons niet in verzoekings kwaad;
Hoed ons voor Satans list en raad;
Voor 't vlees en 's Waerelds ydelheid,
't Geen meenig ten verderve leidt,
Uw Geest leid' ons op 't Hemelspoor,
De netelige Waereld door.
| |
VIII.
Ga naar margenoot+ Want U alleen, U is de magt,
Die 't Koninkryk bezit in kragt,
Om dit ons, als onz' Opperheer,
Te schenken tot uw Lof en Eer,
En ons op aard te leiden; O
Godt Vader hoor ons, 't zy alzo!
amen.
|
|