Lusthof van Christelyke dank- en beedezangen

[p. 161]

Zang voor het leezen der H. Schrift.

Psalm CXIX. vers 18. Ontdek myne oogen, dat ik aanschouwe de wonderen van uwe Wet.

Toon: Psalm 5 en 64.

I.

HEer open my myn hart en oogen,

In 't leezen van uw Heilig Woord,

Dat ik dien schat, die my bekoort,

Ontdekken mag, door uw vermoogen

Daar toe bewoogen.

II.

Het is de Waereld niet gegeeven

In deezen overryken Myn,

Vol schatten die zo dierbaar zyn,

Als waare Blydschap, Geest en Leeven,

Te zyn bedreeven.

III.

Uw Geest moet ons verstand verligten

Met Hemelkennis, en het hert

Bereiden, dat het vaardig werdt

T'omhelzen 't Woord, indien 't zal stichten,

Tot heilge pligten.

IV.

Doe my de Wonderen aanschouwen

Van uw beminnelyk Gebod,

Maak my daar op verlieft, ô Godt!

Om in betrachting', met vertrouwen,

Daar op te bouwen.

V.

Dat ik dien schat mag wel besteeden;

Meer vorderen in heiligheid,

Altyd tot uwen dienst bereid,

Om naar dat woordt, vol zaligheeden,

Myn weg te treeden.

[p. 162]

VI.

Zo wordt uw Naam door my gepreezen,

Myn hoope meer en meer versterkt,

Myn Zaligheid dus uitgewerkt,

In U te dienen, U te vreezen,

En vroom te weezen.