Lusthof van Christelyke dank- en beedezangen
(1715)–Daniël Willink– Auteursrechtvrij
[pagina 97]
| |
Toon: o Kersnagt.I.Gelooft zy Godt, die zynen zeegen
Op my, als eenen milden reegen,
Uit enkle goedheid, stort ter neêr;
Die my heeft gunst op gunst gegeeven,
Geduurende myn zondig leeven.
Gelooft zy Godt, de hoogste Heer.
| |
II.Zyn groot, zyn magtig welbehagen,
Heeft zorge voor myn ziel gedragen,
En my gesterkt in veelen nood,
Dus zal ik Hem geduurig pryzen,
Met mond en daad Hem dank bewyzen,
Ter voorbereiding van myn dood.
| |
[pagina 98]
| |
III.Op dat ik mag uw lof verbreiden,
Laat uwen Geest my regt bereiden,
En zuiveren myn zondig hart,
'T geen noch zo dikwils wordt geneepen
Door aardsche driften, slinksche kneepen,
Tot myn verdriet en zware smart.
| |
IV.Wend my van dartele gewaaden.
Geen laster moet myn naesten schaden.
Geen Gulzigheid ontsteek myn lust:
Maar Nedrigheid met goede zeeden,
En Matigheid met zuivre reeden,
En Vreede, zy myn deel en rust.
| |
V.Myn liefd' en zucht, al myn begeeren,
Zy met myn Man, om U steeds t'eeren
Eenpaarig met een zuivren geest,
Op dat ik hem mag onderschraagen,
En help den zwaaren huislast draagen,
Die zyne schouders drukt het meest.
| |
VI.Dat ik myn Kind'ren in uw wegen,
Daar 't hoogste goed langs word verkreegen
Door voorbeeld en door onderwys,
Steeds leide naar de kragt der jaaren,
En hen dus langs hoe meer ervaaren
Maak in uw Woordt, uw Naam ten prys.
| |
[pagina 99]
| |
VII.Myn Huisbestier zy goed en zedig,
In nutte werkzaamheid, nooit leedig,
Met uwen Lof in hart en mond,
Om dus myn' Huisgezin te wekken,
En tot uw eer hun ziel te trekken,
Tot U, door Jesus Heilverbond.
| |
VIII.Zo zult Gy my nooit leedig vinden,
Zelfs als de dood eens zal ontbinden
Myn ziel van 't aardsch' en sterflyk deel;
Zo zal myn huis een huis vol deugden,
Vol Godtsvrugt, liefde, vreed' en vreugden
Zyn tot uw eer en lof geheel.
| |
IX.Zo wordt uw Naam van ons gepreezen,
Als elk zal regt godtsdienstig weezen
En vordren, in uw vrees, hun pligt.
Zo laat Gy ons ook nooit verleegen,
In ons beroep, bestier en wegen,
Maar sterkt ons door uw heilzaam Licht.
|
|