57.
Kop en Holstraet.aant.
(Wykb. Coppenol-strate.) Van de vroegste tyden bekend. Veelal schreef men in de akten Kleyn Cobbenhol, uitkomende in 't groot Cobbenhol, nu de Wolstrate. Waerschynelyk naer het huis, hierboven vermeld op Wolstraet, of misschien naer den familienaem van zekeren Balduinus De Coppenole, wiens weduwe, met name Hildegardis, alle hare goederen by donatie schonk aen Ste Elisabeths Gasthuis, en die als reeds overleden vermeld wordt in een Schepenakte van 1230 (Diercxsens, I, p. 204.); immers, het Gasthuis bezat hier van ouds eenige huizen. Men schryve Coppenol of Koppenhol.