De literator R.M. van Goens en zijn kring. Studiën over de 18e eeuw. Deel 1

[p. 584]

Bijlage K. (bij blz. 379).
Briefwisseling Van Goens - Ten Hove.

(De verloren gegane brieven zijn met * geteekend).

*		1	Jan.	1760.	V.G.a.T.H.; zie Br. I 134-135.
		4	Jan.	1760.	T.H.a.V.G.; zie Br. I 134-135.
*	wsch.	1	Jan.	1761.	V.G.a.T.H.; blijkens volgenden.
		5	April	1761.	T.H.a.V.G.; niet uitgegeven.
*		1	Jan.	1762.	V.G.a.T.H.; blijkens volgenden.
		8	Jan.	1762.	T.H.a.V.G.; niet uitgegeven.
*	±	11	April	1764.	V.G.a.T.H.; zie volgenden.^1)
		18	April	1764.	T.H.a.V.G.; zie Br. I 135-137.
		1	Oct.	1764.	V.G.a.T.H.; zie Dissertatio Homerica^2).
*	Oct. of begin		Nov.	1766.	V.G.a.T.H.; blijkens volgenden.
		5	Dec.	1766.	T.H.a.V.G.; niet uitgegeven; slot ontbr.
*		23	Jan.	1767.	V.G.a.T.H.; zie Br. I 310.
*	±	15	Maart	1767.	V.G.a.T.H.; zie Br. I 310.
		17	Maart	1767.	T.H.a.V.G.; zie Br. I 309-311; slot ontbr.^3)
*	wsch.	half Aug.		1767.	V.G.a.T.H.; blijkens tweeden, die volgt^4).
*	wsch.	24	Aug.	1767.	V.G.a.T.H.;^5) blijkens volgenden, in onuitgeg. ged.
		27	Aug.	1767.	T.H.a.V.G.; zie Br. I 311-313^6); slot ontbr.
	wsch.	begin	Sept.	1767.	T.H.a.V.G.; zie Br. I 316-317; begin ontbr.
*	wsch.	begin	Sept.	1767.	Nog eens T.H.a.V.G.; een brief nl., die het eerste gedeelte van zijn ontwerp voor een geschiedenis der Medici begeleidde.
*	±	10	Aug.	1767.	V.G.a.T.H.; blijkens volgenden.
		18	Aug.	1767.	T.H.a.V.G.; niet uitgegeven.
*	±	21	Aug.	1767.	V.G.a.T.H.; blijkens volgenden, in weggel. gedd.
		24	Aug.	1767.^7)	T.H.a.V.G.; zie Br. I 313-315.
*	±	27	Aug.	1767.	V.G.a.T.H.; zie Br. I 317, 318.
wsch.		30	Aug.	1767.^8)	T.H.a.V.G.; zie Br. I 317-319.
*		29	Aug.	1767.	V.G.a.T.H.; blijkens volgenden, weggel. ged.
*		2-5	Oct.	1767.	V.G.a.T.H.; zie Br. I 323.
		5-7	Oct.	1767.^9)	T.H.a.V.G.; zie Br. I 315-316 midden; 322-324.
*	±	10	Oct.	1767.	V.G.a.T.H.; blijkens volgenden, weggel. ged.
		19	Oct.	1767.	T.H.a.V.G.; zie Br. I 339-341 regel 7 v.o., 324 r. 6 V.b. - r. 13 v.o.; slot ontbr.
*	±	23	Oct.	1767.	V.G.a.T.H.; blijkens volgenden.
		25	Oct.	1767.^10)	T.H.a.V.G.; niet uitgeg.; slot ontbr.
*	±	30	Oct.	1767.	V.G.a.T.H.; blijkens volgenden.
	±	13	Nov.	1767.	T.H.a.V.G.; zie Br. I 324-325.

1) Bij toezending van zijn Observationes Miscellaneae.

2) Dit is de eenige brief van V.G. aan T.H., die bewaard bleef; als opdracht in briefvorm van zijn Dissertatio Homerica ad Porphyrium.

3) Misschien doelt op dat slot Br. I 312 laatste alinea, behalve het Fr. vers.

4) Met toezending wsch. van zijn Proeven uit den Dichtk. Ligger v.d. Philos. s. fard.

5) Wsch. met toezending van F.O. Mencke's Vita Politiani, en verzoek om critiek op zijn laatste opstel in de N. Bijdr., hem bij den vorigen toegezonden.

6) T.H. is dan pas terug van een reis naar Engeland. Hij maakt 312 onderaan reeds toespeling op citaat in V.G.'s opstel in N. Bijdr.; zie daar II 559.

7) Br. I 313 heeft foutief 29. Trouwens, de vorige was van ‘vendredi’; deze van ‘jeudi’.

8) V.G. teekende aan: 1 Oct.; dat zal datum van ontvangst zijn; hij is wel vroeger geschreven, want den brief van V.G. van 29 Sept. beantwoordt T.H. eerst in dien van 5-7 Oct., blijkens onuitgeg. ged.

9) Br. I 322 is bij regel 12 weggelaten: ‘ce mercredi matin le 7 Oct.’.

10) ‘ce dimanche matin’. Om inhoud kort na dien van 19 Oct.

[p. 585]

*	wsch.	13	Nov.	1767.	V.G.a.T.H.; zie Br. I 327.
	wsch.	16	Nov.	1767.	T.H.a.V.G.; zie Br. I 327-329.
*	±	23	Nov.	1767.	V.G.a.T.H.; blijkens volgenden.
	±	eind	Nov.	1767.	T.H.a.V.G.; niet uitgeg.; begin ontbr.
*	±	begin	Dec.	1767.	V.G.a.T.H.; blijkens volgenden.
	±	5	Dec.	1767.	T.H.a.V.G.; zie Br. I 311; begin ontbr.
*	±	17	Dec.	1767.	V.G.a.T.H.; blijkens volgenden, ook in weggel. ged.
	wsch.	20	Dec.	1767.^1)	T.H.a.V.G.; zie Br. I 336-339.
*	wsch.	± 10	Febr.	1768.	V.G.a.T.H.; om volgenden, weggel. ged.
		15	Febr.	1768.	T.H.a.V.G.; zie Br. I 320.
		27	Febr.	1768.^2)	T.H.a.V.G.; zie Br. I 327-328 (noot); slot ontbr.
*	±	3	Maart	1768.	V.G.a.T.H.; zie Br. I 319.
		7	Maart	1768.	T.H.a.V.G.; zie Br. I 319-320; slot ontbr.
	±	9	Maart	1768.	T.H.a.V.G.; zie Br. I 329-331; begin ontbr.
*	±	10	Maart	1768.	V.G.a.T.H.; zie Br. I 331, 332, 333.
*	±	11	Maart	1768.	V.G.a.T.H.; zie Br. I 334^3).
		12	Maart	1768.	T.H.a.V.H.; zie Br. I 331-336; slot ontbr.
*	±	25	Juni	1768.	V.G.a.T.H.; blijkens volgenden^4).
	wsch.	27	Juni	1768.^5)	T.H.a.V.G.; onuitgegeven.
		30	Juni	1768.	T.H.a.V.G.; zie Br. I 325-327.
*	wsch. ±	3	Juli	1768.	V.G.a.T.H.; blijkens volgeden.
	wsch.	12	Juli	1768.^6)	T.H.a.V.G.; onuitgegeven.
*	wsch.	± 18	Juli	1768.	V.G.a.T.H.; blijkens volgenden.
	wsch.	20	Juli	1768.^7)	T.H.a.V.G.; onuitgegeven.
	±		Dec.	1768.^8)	T.H.a.V.G.; zie Br. I 320-321; begin ontbreekt^9).
*	±	begin	Mei	1772.	V.G.a.T.H.; blijkens volgenden.
	±	eind	Mei	1772.	T.H.a.V.G.; onuitgegeven.
*	±	begin	Jan.	1773.	V.G.a.T.H.; blijkens volgenden^10)
	±	midden	Jan.	1773.	T.H.a.V.G.; zie Br. I 341-344; begin en slot ontbr.
	±	eind	Jan.	1773.	T.H.a.V.G.; onuitgegeven, behalve klein gedeelte Br. I 342-343 noot.
*		begin	Maart	1775.	V.G.a.T.H.; zie Br. I 344.
		8	Maart	1775.	V.G.a.T.H.; zie Br. I 344.
*	±	10	Oct.	1775.	V.G.a.T.H.; zie Br. I 345. Met Catal. bibl. V.G. deel I.
		16	Oct.	1775.	T.H.a.V.G.; zie Br. I 344-345; slot ontbr. In uitg. foutief: ‘ce 16 Septembre 1775’.

In 1781 begint de correspondentie weer in verband met het Politiek Vertoog en de samenwerking der beide vrienden aan de Ouderwetsche Nederlandsche Patriot. Zie Br. III 1-139.

1) ‘ce dimanche matin’.

2) ‘ce samedi matin 27 févr.’

3) Br. I 334: ‘vôtre lettre philosophique’, die blijkbaar die van ± 3 Maart verdedigde.

4) Met aantal exx. dissertatie-Duker, die T.H. zal hebben moeten aanbieden aan Fagel e.a. voorname heeren van zijn kennis.

5) ‘ce dimanche’.

6) ‘ce lundi soir’.

7) ‘ce mardi’.

8) Om bijzonderheden aangaande de vacature Prof. Lulofs te Leiden: hij stierf 4 Nov. 1768; en om een toespeling, zeer waarschijnlijk, in het weggel. ged., op het Elogium Hemsterhusii, dat in 1768 verscheen.

9) Misschien ging nog een brief van V.G. vooraf; maar met eenige zekerheid valt het niet uit den inhoud op te maken.

10) Met het eerste stuk der Voorrede van Volkmann in losse vellen. De noot Br. I 341 is geheel onjuist. Vgl. voorr. Volkmann I, blz. 3.