Wat van God komt, vraagt geen opsmuk van mensen, is er zelfs wars van. Het komt recht op ons af, zoals wij zijn, en het heft ons op.
Het kan ons eigenlijk niet ontgaan hoe in sommige situaties de omstandigheden en gebeurtenissen als een meesterlijk gelegde legkaart in elkaar passen, om tenslotte gezamenlijk een indrukwekkend beeld te vormen. Dan beseffen wij hoe ver zulke composities boven ons menselijk kunnen uitgaan.
Daarentegen kan het leven ook veel vraagtekens met zich brengen, onbegrijpelijk zijn, en wij moeten over veel geduld kunnen beschikken, willen wij daarin de Leiding van God onderkennen. Ik voor mij ben ervan overtuigd, dat deze, zij het voor ons verborgen, bij de lotsbepaling zowel van volken als van de enkele mens nimmer ontbreekt.
Deze onnaspeurlijkheid van God behoeft ons niet te verwonderen, zolang, ik herhaal het, onze geesten besloten zijn in aarden vaten. In de grote lijn echter, namelijk als wij ons het gehele beeld voor de geest roepen, kunnen wij die Leiding vinden en volgen. Wie Christus' Leiding ontdekt heeft, leert haar steeds meer en duidelijker onderkennen.
Gelijk in de natuur alles een ontwikkelingsgang heeft en uitgroeit, zo ging en gaat het ook wat mij betreft bij het mij bewust worden van de hogere Leiding in mijn leven. Dit bewustzijn nam tenslotte mijn hele persoon in beslag en beheerste mijn daden. Ik mocht er kracht uit putten en wijsheid voor de vervulling van mijn taak en mijn roeping tegenover mijn landgenoten.