Halfwege den berg voelt Van Hevel zich begeven, terwille van den honger, en hij beeft niets meer te eten. Hij lost, verliest 500 meter, maar komt terug bij. Een tweede berg, en hij is los voor goed. Hij is ontmoedigd, ontredderd en geeft op.
Die koers wordt op schitterende wijze gewonnen door Mottiat.
Maar we komen op Van Hevel terug, nadat ge vernomen hebt op welke manier hij Parijs-Tours verloor, lijk hij ook bandbreuk leed in de Ronde van Vlaanderen, op 't oogenblik dat hij nog van de hoofdgroep deel miek. We gaan met hem mee naar 't kriterium der kampioenen, dat hij voor de tweede maal zal betwisten, in het park van Longchamps te Parijs, en voor de tweede maal ook winnen lijk hij wilde.
Mag ik even voorlezen wat we schreven in verband met die koers, en die overwinning in ‘Sportwereld’ van 23 September 1924?
- Op het oogenblik dat ik deze regelen schrijf, is het juist 24 uren geleden dat Jules Van Hevel voor de tweede maal zijn naam zette, op die glorierijke lijst der overwinnaars, van het kampioenschap der kampioenen.
Die overwinning en die koers, al dat volk, die ontelbare massa rondom dat prachtig park, dat tezelvertijde grootsch is en lief, die tientallen van gangmakers en rijders, die in geweldige vlucht ronddraaien, dat alles komt me voor als 'n schoone droom, als iets dat behoort tot het rijk der fantasie! 'k Heb er op staan kijken, op de koers, en hem gevolgd, aandachtig, voet voor voet; 'k lig met het verslag en de aanteekeningen voor me, en 'k heb al de moeite van de wereld, om het beeld van den koers in zijn geheel te herstellen.
Alles gaat zoo vlug en volgt zoo rap op mekaar, dat men zich met moeite terugvindt in dien warboel van gebeurtenissen, en klaarte krijgt in die bende van honderd