Suriname gezien door kinderogen
(2008)–Marie Wijk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 75]
| |
KostgrondjesIn de dorpen in het binnenland verbouwen de Inheemsen en de Marrons het meeste voedsel zelf op hun kostgrondjes. Dat zijn kleine stukjes bos waar de mannen de meeste bomen hebben gekapt. De vrouwen planten er allerlei gewassen door elkaar, zoals cassave, tayer, bananen, kousenband en ananas. Als de grond uitgeput is wordt een nieuw stukje bos gekapt Het oude kostgrondje groeit weer dicht. | |
[pagina 76]
| |
KalebasGa naar voetnoot*(van A. de Groot uit ‘Hoezee voor Suriname’) 't Is een struik die in ons land,
door veel mensen wordt geplant
Wit van bloesem, groot van blad.
Groeit in bos, in kamp en stad.
Kijk zijn vruchten die zijn puik,
dienen vaak als waterkruik.
Ook als eet- en drinkgerei.
Nu, hoe heet hij? Zeg het mij!
Wat er al mee wordt gedaan?
Vraag het aan een indiaan.
Overal komt hij van pas,
kogelronde kalebas.
| |
[pagina 77]
| |
CassaveOp de kostgrondjes wordt veel cassave verbouwd. Dat is een knolgewas met een zeer giftige stof in de schil. De cassave wordt geraspt om die stof er uit te kunnen wassen. Daarna wordt het uitgeperst, gedroogd en tot meel gestampt. De vrouwen bakken er cassavekoeken van. Ook kun je van cassave kasiri maken. Kasiri lijkt een beetje op bier en is net zo populair. | |
[pagina 78]
| |
RijstIn Nickerie, de ‘rijstschuur’ van Suriname, wordt veel rijst verbouwd. De boeren gebruiken grote landbouwmachines. Soms wordt de rijst zelfs gezaaid met een vliegtuigje. Veel rijst wordt uitgevoerd. | |
[pagina 79]
| |
KokosnotenIn Coronie zijn veel kokospalmplantages. De meeste kokosnoten worden gebruikt om olie uit te persen. Vier kokosnoten geven al een liter kokosolie. Het vruchtvlees kan geraspt worden tot kokosmeel en van de palmbladeren worden bezems gemaakt. Jonge noten worden verkocht in Paramaribo. Daar is men dol op gekoeld kokoswater. Het kapje wordt eraf geslagen. De noot is drinkkom. Je drinkt het sap met een rietje. | |
[pagina 80]
| |
Jagen en vissenVeel mannen van de Marrons en de Inheemsen zijn goede jagers. In het binnenland krijgen jongens vaak rond hun veertiende een geweer. Tot die tijd gaan ze wel mee op jacht, maar moeten ze het geweer van iemand anders lenen. Jacht met een pijl en boog komt nauwelijks meer voor. Er wordt vooral op pingo's, pakira's, herten en buffels gejaagd. Hun vlees vormt een belangrijke aanvulling op het menu. Ook wordt er veel vis gevangen in de rivieren en kreken. | |
[pagina 81]
| |
VisserijLands de kust wordt gevist met grote en kleine vissersboten. De meeste vis wordt verkocht in Paramaribo. Soms wordt de vis eerst gerookt of gedroogd. |