souden konnen vallen. Men heeft ons voor dese maal onverhoeds overvallen; maar gy sult immers toelaten, dat men voortaan tracht sich ten besten, dat men kan, te verdedigen; en men sal, niettegenstaande de swarigheden, die men tegen sulk een groote macht sal vinden, sijn plicht betrachten. Want daar is niets natuurlijkers, als sich tegen sulk een ongerechtige handel te verdedigen, gelijk die van mijn Heeren van Rochefort en Vaubrun is. Eindelijk, mijn Heer, gy sult self wel konnen oordeelen van onvolvoertelijkheit en veiligheit van uw weêrkeering hier, of te Heidelberg, selfs terwijl men segt dat'er veel stukken geschuts, met veel voetvolk, tot een nieuwe aanslag, van Brisach naar Philipsburg sijn gekomen.