Extract uit een brief van de Heer de Vaubrun, gedagteekent de tweede van Maert, 1674. aan d'Abt Granvelle geschreven.
MYn Heer van Bethune bevind sich by de Heer Cheurvorst Paltsgraef, om de verovering van Germersheim by hem te rechtvaerdigen, met aan hem te vertoonen de Copye van 't verdrach, 't welk hy met de Kaiser gemaakt heeft, en de veertiende van Januarius geteekent is; door 't welke de Heer Ceurvorst Paltsgraef sich verplicht de vesting van Germersheim in des Kaisers handen te stellen, daar voor de Kaiser sich weêr verbind een somme gelts, en twee duisent mannen te voet, beneffens vyf hondert Ruyters, aan de Heer Ceurvorst te leveren. Sie daar middel om onse handel te rechtvaerdigen.