Voor we slapen gaan
(1909)–Helen Hay Whitney– Auteursrecht onbekend
[pagina 25]
| |
[pagina 27]
| |
'k Had die nare mazelen,
Er kwam geen einde aan;
Wat is dat nu voor een gezeur
Als je nooit op mag staan.
Maar toen 'k mooie plaatjes kreeg
Waar ik zooveel van houd,
Agenten, dames, kinderen,
Soldaten, blauw met goud,
Toen had ik weer de grootste pret;
De dames knipte 'k uit,
En kleurde hun japonnetjes,
Met streepjes of geruit.
| |
[pagina 28]
| |
Ik liet ze wandlen in mijn bed
Of op een rijtje staan,
En dat ik niet naar buiten mocht
Trok ik me niet meer aan.
|
|