Voor we slapen gaan
(1909)–Helen Hay Whitney– Auteursrecht onbekend
[pagina 14]
| |
Van alles vlogen we voorbij,
Het ging zoo vreeslijk gauw,
Soms waren we er al weer langs
Nel als ik kijken wou.
Daar klonk opeens een harde fluit,
Ik schrok er werklijk van;
Maar Moeder lachte me uit en zei:
‘Jou kleine, bange man!’
|
|