Den ontleeder der gebreeken. Deel 1
(1724)–Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtvrij
[pagina *1v]
| |
Uitlegging van de Tytelprint.
Dus maald de Tekenkunst t'Ontléder der Gebreken,
Wiens Pen zo dikmaals heeft de Ondeugden doorgestreken,
Daar hy 't Bedrog van Mom, Voszevel ontbloot;
Zyn trouwe Ga naar voetnoot*Daemon toond hem in zyn schrift, hoe groot
Bedekte Schyndeugd weet naar valssen rol te spélen;
De dolle Wraakzugt, heet op vegten en krakélen;
De trotsse Hovaardy, die lust in grootsheid vint;
De vuile Dronkenschap, die lyf en ziel verslint;
De bitsse Nyd, die de eer der Vrómen wil besmetten;
De dart'le Geilheid, die nog reden kent nog wetten;
De vrekke Geldzugt, die steeds woekert, raapt en schraapt;
De vadsse Ledigheid, die zorg'loos ronkt en slaapt,
Zyn door de Ontleders vlym ontleed, en neêr geslagen,
Waar voor Apollo hem de lauw'ren op zal drágen.
Het pragtig Boekvertrek verbeeld 's Mans groot verstand,
Die, als een nyv're Bei, tot lust van Nederland,
De zoetste bloemen leest uit allerhande tálen.
De wakk're Pallas schynt met gunst hem te bestrálen,
Daar zy den ingang van dit schryfvertrek bewaard;
De bloemtafreelen, zo volgeestig in hun aard,
Verbeelden 't vlug penseel van deez' geleerden Schryver.
Gints plukt een Hovenier met arbeid, moeite en yver
Het Onkruid uit den grond: een waardig zinnebeeld
't Geen op Heer***, en zyne Ontléding speeld,
Die 't onkruid door zyn pen den doodsteek tragt te géven,
Dies roept myn Zangeres lang moet Heer Jacob léven!
Lang leef die Letterheld, die door zyn week'lyks schrift,
In leerzaam tydverdryf, de Deugd van de Ondeugd schift.
G. Tysens.
| |
[pagina t.o. *1v]
| |
I.C. Philips del. et fecit.
te Amsterdam by Hendrik Bosch. 1724. |
|