en de kaaken als een dievelantaarn, waar in een boere jongen een koningskaersje heeft gezet, om daar door de in het duyster spinnende dorpmeysjes te verschrikken: en alle die schoonheden zyn omheynt met een beschutting van gekroest haair, op de nieuwste mode gepoedert en gekrolt by Monsieur Stokkendans, den peruykmaaker der Abderietsche winterwolven.
Gelyk als een Malthezer ridder in zee steekt om de Turkse roovers op te zoeken, zo loopt deezen Adonis de 's Gravenhaagsche en Gysbregts van Amstels straaten plat, om was 't doenlyk een ryke Infante te schaaken, en zich langs dien gulden keten uyt den put der behoeftigheyt op te winden.
Noch onlangs sprong hy ten dien eynde over een onderdeur, om een verdienstige juffer in haar weerwil te vryen, en viel vlak voor over met de neus op de vloer, op welke voetval een meyd toeschoot, die hem opraapte, en niet onaardiglyk inluysterde, schep moed, broodgalant, het staat altoos zulk een man vry over een onderdeur te springen, en op de leege kleerkas van het verstant neder te komen, dewyl hy geene harssens kan beschadigen.
Indien 'er ergens een ryke Diana schuylt ontrent het Hof of aan het Y, dewelke gezint is om haare schatten en kuyscheyt op te offeren aan dien Acteon, laat die een pelgrimasie onderneemen na het altoos groenent Abderiets mastenbosch, werwaards hy zich dikmaals vertrekt om zich te spiegelen in een heysloot, want hy is tot noch toe zodaanig verlieft op zyne eijgen bekoorlijkheden, en de uylsvlerken van zijne genegendheden zyn zo onverdraagelijk gefnuijkt door de schaar der laatdunkendheijt, dat de liefde geen stroobreedte ver kan vliegen uyt het dakvenster van zyn borst, zo dat hy tot dato deses veeltyds naby een klaare bron, of tusschen de spiegel en het boekvertrek is op te loopen.