Den Laplandschen tovertrommel(1994)–Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Klinkdicht aan mevrouw Oeveraas. Ik ly meer als een ziel gedoemt ten vagevuur, Meer als een minnaar die Korinnas lonk moet derven; Meer als een waarent spook, dat by de nacht loopt zwerven; Hun lyden is bepaalt, en 't myn is op den duur. 'k Schrik voor den dageraat en ook voor de'Avonduur; Ja zelfs het druyvennat dat ons de rust doet erven, Verhaast myn tanden wee; 'k moet vreugde en wellust derven; 'k Ontzie de hette en koude, en ook het zoet en zuur. 'k Schrik, als een jonge pop my Hebes krytberg toont, Want schoon die zee van room myn graage minlust troont, [pagina 18] [p. 18] Ik durf geene oorlogs lans in Venus strydbaan vellen. 'k Schrik - maar dit kreupeldicht loopt op zyn laatste gras, Dat stamert wie 'k thans ben, niet wie 'k wel eertyds was: Vergeef uw vriend, Mevrouw, die bromt, doch niet kan spellen. Vorige Volgende