men ontmoet niet veel Zeen, Rivieren, nog Bronnen van Verstant, zynde 'er meer Bouteilles als Bronnen, en meer Vaaten als Geest-rivieren op te loopen. Aangaande het Bron-verstant, dat is versch, zoet, zacht, glad, zuyver, helder en klaar, daar in tegendeel het Zee-verstant zout, treurig, schuymachtig, hol, onstuymig, ongestadig, en veelstyds gevaarlyk is. Gelykals'er nu veele Trappen zyn voor de Hoegrootheyt en voor de Hoedaanigheyt, zo zyn 'er ook verscheydene Zwaartens van Verstant, want het Zoutwater-Verstant is zwaar en onderzoekende, het dringt tot in het Middelpunt, het doorboort tot de hartaar, en het opent de Verstoppingen van 's Menschen kennis, gelyk als het Spawater de Milt opent, of alzulke Licghaams deelen. Het Bron-verstant in tegendeel is luchtig en ligt, het loopt met een zachte en vaardige Beweeging, het ververscht's Menschen Geest, baad de Ziel, zuyvert de Zinnen, en koelt den Dorst des Tyds, verhet door het onophoudelyk rennen. En nu, verstandige Dames, zal ik.... zal ik het Verstant het Verstantlaaten, bevreest dat myn Pen in een stuk Kurk mogt komen te veranderen, door dat onophoudelyk schryven, te meer daar aan de Jaaren het behoorlyk Vocht ontschiet om de Pen te doen vloeien, tant quil dure.