ren, en in fragrant Delict, dat is, op
heeter Daad te konnen betrappen.
Ha wat een zot Argument! roept den Echo des Weerelds, de Eere van een Vrouw te willen verassureeren door kraakende Muyltjes. Neen, Koekoek in Schilderey, het past een wys Man, van zyn Misvertrouwen te ontfangen met een Kwinkslag of te verydelen met Stilzwygen, want zo je maar de geringste Schyn van Jaloesy geeft aan Madame, dan zal de Wysheyt van Salomon, de Dapperheyt van Herkules, de Geleerdheyt van Homeer, het Gedult van Sokrates, nog de Waakzaamheyt van Argus uw niet te stade komen, maar ghy zult die Hertshoorns op uw Voorhoofd voelen uytbotten, die een wys Man onderdompelt in zyn Boezem. Veel beter is in zo een Geval de Stilzwygendheyt van een Muys, als de Luydruchtigheyt van een Omroeper. Het is tegens een Oven gegaapt te willen toeleggen op de Hervorming der Juffers, want alhoewel men ons hier en daar een Vrouw kan aantoonen die nooit een Galanterie heeft gehad, echter is het een witte Rave om 'er een op het Tonneel te brengen die 'er maar met eene wort beschuldigt, dewyl men doorgaans de eerste niet rekent voor dat 'er een tweede Galanterie voor den dag komt. De Ydelheyt, de Schaamte, en de Gesteltenis zyn meestentyds de Oorzaak van de Dapperheyt der Mannen, en van de Kuysheyt der Vrouwen, voor de rest past het ons niet om Onmogelykheden te eysschen. De Coqueterie is den Bodem van het Humeur der Vrouwen; doch daarom stellen alle de Vrouwen dat Humeur niet in praktyk, dewyl de Minzucht van de Zommigen wederhouden wort door de Vreeze, of door de Reden.
Maar de Vrouwen verbeelden zig dikmaals te beminnen, wanneer zy niet beminnen. De Bezigheyt van een geheyme Minnehandel, de Beweeging die de Galanterie overbrieft aan de Geest, de natuurlyke Geneygdheyt om geliefkoost te worden, en de Smart van te moeten weygeren, doen haar gelooven dat zy minnen, daar zy in tegendeel maar coquetteeren. Doch zo men my voorwerpt, Dat gelyk als de Ouden zongen, de Jongen piepen, en Dat zo Mama een Draf gong, de Dochter geen Telgangster zal weezen, ja Dat de Juffers, altyds Twintig jaar jonger schy-