Den Amsterdamschen Hermes. Deel 2(1723)–Jacob Campo Weyerman, [tijdschrift] Amsterdamschen Hermes– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina I] [p. I] DEN AMSTERDAMSCHEN HERMES. [pagina II] [p. II] Verklaaring Van de tytelprent. DE schoone Bloem-Godin, op Hermes kunst belust, Tracht zyn vertraagde zucht tot Schild'ren op te wekken, Zy wyst hem 't Bloem-Taafreel, dat op zyn Ezel rust, Maar hy ontzegt dit werk ten Einde te voltrekken: Te meer, daar Hekelschrift, de Prikkel van't verstand, Hem, als een Juvenaal, den Roskam steld ter hand; Hoor (zegt ze) Voedster-zoon aandagtig naa myn spreeken, Smyt Schelpen, Verwen, Doek, en Ezel aan een zy, Ga Ros wat Ezel is, aan Vegtstroom, Maas, en Y, En zuyver't Vaderland (is 't moog'lyk) van Gebreeken. [pagina III] [p. III] Vorige Volgende