Greep naar de macht
(1994)–Bruno De Wever– Auteursrechtelijk beschermdVlaams-nationalisme en Nieuwe Orde. Het VNV 1933-1945
[pagina 15]
| |
InleidingIn zijn opstel Gedaan met geven en toegeven noemde Mark Grammens de bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog de enige periode in de Belgische geschiedenis waarin de Vlamingen een macht bezaten die in verhouding was met hun getalsterkte.Ga naar eind1 Zijn opponent Hugo Schiltz noemde die opvatting choquerend omdat die zogenaamde macht toen steunde op een uitschakeling van de democratie.Ga naar eind2 De twee Vlaams-nationalistische tenoren zijn het fundamenteel oneens over het recente verleden van hun politieke familie. De collaboratie van het Vlaams-nationalisme met de Duitse nationaal-socialistische bezetter leidt nog steeds tot hevige controversen. In het geding is vooral de politiek van het Vlaams Nationaal Verbond (vnv), de partij die in de jaren dertig het Vlaams-nationalisme belichaamde en die tijdens de Tweede Wereldoorlog poogde met de hulp van de Duitse bezetter naar de macht te grijpen. Was die machtsgreep een reactie op de Belgische politiek die onmachtig was de Vlaamse kwestie bevredigend op te lossen? Of moet de oorzaak worden gezocht in de ontwikkeling van het Vlaams-nationalisme zelf? De bekendste basiswerken over de geschiedenis van het Vlaams-nationalisme gaan dit probleem uit de weg, al was het maar omdat ze 1940 als terminus ad quem nemen. Men constateert bovendien dat het Vlaams-nationalisme meestal uitsluitend wordt bestudeerd als een onderdeel van de Vlaamse Beweging. De Vlaamse Beweging vormt op haar beurt een onderdeel van een bewustwordingsproces dat gepaard gaat met dat complexe, verwarrende en emotioneel geladen concept van ‘onze wording tot natie’. Het is het uitgangspunt van het leeuweaandeel van de beschouwende literatuur. Ook het wetenschappelijk onderzoek heeft zich voornamelijk hierop toegespitst. In een scherpzinnige analyse van de historiografie van de Vlaamse Beweging constateerde Eliane Gubin een merkwaardige symbiose tussen de ontwikkeling van de Vlaamse Beweging en de geschiedschrijving ervan. De meeste auteurs zijn betrokkenen. Het gevolg is ‘une histoire à huis clos, se nourissant souvent de ses propres evidences’.Ga naar eind3 Dit is a fortiori waar voor het Vlaams-nationalisme. Wellicht is er geen beweging in België waar historiografie en betrokkenheid sterker vermengd zijn. Het volstaat voorlopig de naam van Hendrik Elias te noemen: een van de hoofdrolspelers in mijn verhaal, maar tevens een van de belangrijkste historiografen van het Vlaams-nationalisme en de Vlaamse Beweging. Een en ander bracht met zich mee dat de Vlaams-nationalistische visie zich goed heeft kunnen doorzetten in die ‘nieuwe nationale geschiedenis’ die Gubin ziet ontstaan. Bepaalde artikels in de Encyclopedie van de Vlaamse Beweging zijn er treffende voorbeelden van.Ga naar eind4 Met name de ideologische ontwikkeling van het vnv werd sterk verhuld. Het beeld wijkt bijzonder sterk af van wat we vinden in de internationale comparatieve literatuur over het fascisme. Daarin wordt het vnv meestal over één kam geschoren met andere fascistische bewegingen die tijdens het interbellum in Europa ontstonden.Ga naar eind5 Gaan deze studies voorbij aan de complexiteit van de Belgische geschiedenis en de tol van het Vlaams-nationalisme daarin? Vergissen zij zich over het ware karakter van het vnv? Deze probleemstelling ligt aan de basis van mijn onderzoek. Algauw bracht het mij bij de definiëring van het begrip fascisme. Uit het literatuuronderzoek bleek meteen dat een brede waaier van informatie was vereist om een bepaalde partij of organisatie te kunnen toetsen aan de bestaande modellen. Het leidde tot vele vragen m.b.t. het vnv: wat was het ideologische zelfbeeld van het vnv? Wat was de precieze inhoud van de verspreide ideeën over mens en maatschappij? Wat was het belang van de verschillende organisatie-onderdelen en met name van de militie? Wat was de sociale samenstelling van het electoraat, de leden en het kader van de partij? Wat was de interne politieke praktijk? Welke standpunten | |
[pagina 16]
| |
nam de partij in ten aanzien van de Belgische en de internationale politiek? Het is duidelijk dat een ideën-geschichtlichebenadering niet volstaat. De politieke, sociale en economische context kan niet worden genegeerd. Het antwoord op al die vragen leidt tot een klassieke partijgeschiedenis van het vnv. Het is de vraag of de hierboven uiteengezette vraagstelling legitiem is. Het Vlaams-nationalisme is ouder dan het vnv en vandaag bestaat het nog. Is dan niet veeleer het nationalisme de invalshoek van waaruit het vnv moet worden benaderd? De kern van het fascisme is altijd een geradicaliseerd nationalisme. Het is dus evident dat bij de gekozen invalshoek een onderzoek naar de nationalistische ideologie van het Vlaams-nationalisme onontbeerlijk is. Mijn studie kon dan ook niet aanvangen met de stichting van het vnv. Ze begint tijdens de Eerste Wereldoorlog wanneer in de schoot van de Vlaamse Beweging een anti-Belgische stroming ontstond die streefde naar de vernietiging van de Belgische staatsstructuur. Het is evident dat ik in een studie die begint en eindigt met een poging van Vlaams-nationalisten om via de collaboratie met de Duitse bezetter een einde te maken aan de Belgische staat, ruimschoots aandacht besteed aan de internationale context. Wat was de impact van buitenlandse belangengroepen op het Vlaams-nationalisme? Hebben zij het Vlaams-nationalisme fundamenteel beïnvloed? Of is er sprake van een autonome ontwikkeling? Met die vraag start het verhaal dat nu volgt. Wat de Eerste Wereldoorlog en de jaren twintig betreft, beperkt de analyse zich grotendeels tot een status quaestionis op basis van de beschikbare wetenschappelijke literatuur. Voor de jaren dertig en de bezettingsperiode steun ik ook op nieuw en vaak voor het eerst gebruikt bronnenmateriaal. |
|