Ziels-opwekking tot waare deugd en vrolykheit in lof- en smeekliederen, mitsgaders veldgezangen

redactionele ingrepen

fol. *5r: hǝylig → heylig: ‘Van's Heeren heylig Avondmaal’.

fol. 6v: doorgriefdé → doorgriefde: ‘Daar Jesus min haar Ziel doorgriefde’.

fol. *7v: Bodenlooze → Bodemlooze: ‘ô Bodemlooze Zee’.

p. 11: syreeken → spreeken: ‘En 't Oor lêy, daar zyn stem wil spreeken’.

p. 14: schjld → schild: ‘Het staale schild is op heur borst gebonden’.

p. 17: werrt → weert: ‘Dan weert men zig in doorenstruiken’.

p. 20: spreçeryëbedden → speçeryëbedden: ‘Dan druipt 'er sap, uit speçeryëbedden’.

p. 26: beseft¡ → beseft!: ‘Van nog weinger regt beseft!’.

p. 33: slap,, → slap,: ‘Zie nêer! ey zie, hoe flaauw, hoe slap,’.

p. 39: uu → nu: ‘ô Myn ziel kleeft nog aan 't stof. Schenk my nu,’.

p. 42: Ete. → etc.: ‘Dit 's etc.’.

p. 55, 76, 79: een deel van de tekst is moeilijk leesbaar. Dat is hier tussen vierkante haken aangegeven.

p. 58: strofenummer 2 ontbreekt in het origineel en is hier tussen vierkante haken toegevoegd.

p. 60: .1 → 1.