van jongs af hebben gefascineerd, juister te begrijpen en ook de ware zin van dat werk dichter bij de lezer te brengen.
Daarnaast heeft nog een principiële doelstelling mij geleid. Sinds meer dan dertig jaar werkzaam op het veld van de literaire kritiek, in haar esthetische sector en ook in die van de tekstinterpretatie met wetenschappelijke ambitie, heb ik vaak in mijzelf getwijfeld en mij de vraag gesteld of, en eventueel in hoever, de kritische interpretatie van een tekst erin slagen kan zijn oorspronkelijke zin, zijn door de auteur bewust en deels onbewust geschapen waarheid, bloot te leggen. De vraag is van kennis-theoretische en, subsidiair, als men wil, van deontologische aard.
Ik heb de indruk dat in de laatste decennia talrijke interpreten, ook onder hen die aan tekstanalyse doen welke zich wetenschappelijk noemt, zich zelfs deze vraag niet eens meer stellen. Toch is zij, dunkt mij, voor iemand die aan een letterkundige tekst waarde hecht en belangstelling koestert voor de scheppende mens die hem schreef, primordiaal en onontwijkbaar.
Ik geloof niet dat het mogelijk is de oorspronkelijke zin van een tekst uit het verleden, en in de meeste gevallen ook uit het heden, in zijn volstrekte volledigheid te achterhalen, en in die zin geef ik Gadamer (Wahrheit und Methode. Grundzüge einer philosophischen Hermeneutik) gelijk; maar wel meen ik dat dit ten dele mogelijk is, bovendien voor de waarheid-zoekende interpreet verrijkend genoeg om het met alle middelen te proberen en dus, zoals Goethe zei, in het ‘land’ van de dichter binnen te dringen.
Zeker, literaire teksten zijn uiteraard meerzinnig, zoals uit de dagelijkse ervaring der lezers blijkt. Die meerzinnigheid is hun rijkste eigenschap en maakt ze, wanneer zij grote waarde hebben, om zo te zeggen onuitputtelijk. Het is geen ogenblik mijn bedoeling geweest de in de geschiedenis waarschijnlijk steeds groeiende meerzinnigheid van Walschaps werk te onderwaarderen, wanneer ze door ernstig onderzoek tot stand komt. Het was er mij alleen om te doen, in gesprek met de schrijver zelf, naar de oorspronkelijke, voor hem eigenlijke en ware zin van zijn werk te vorsen. Het was mij mogelijk in gesprek met hem de belangrijke momenten van zijn inwendige biografie - zoveel belangrijker dan zijn uitwendige! - te achterhalen, de innerlijke dynamiek van zijn persoon-