Gedichten
(2001)–Jacob Westerbaen– Auteursrechtelijk beschermdVan een pastoor die op Driekoningen preekteaant.Het was Driekoningen: het volkje in de kerk
en de pastoor aan 't preken.
‘Elk,’ zei hij, ‘bracht wat mee van reuk- en offerwerk:
d' een wierook, d' ander mirr' om voor het kind t' ontsteken.
5[regelnummer]
De derde koning bracht ook zijn geschenk alhier,
en 't was... laat zien... geheten...’
En wijl het haperde zag hij in zijn brevier,
maar toen hij daar niet vond hetgeen hij had vergeten,
zei hij: ‘Ik weet wat dat de derde bracht:
10[regelnummer]
hij hadde de lantaren,
| |
[pagina 62]
| |
want 't was van nood, omdat zij kwamen in de nacht,
dat een het licht droeg om te weten waar ze waren.’
|
|