De Afscheiding van 1834 in Friesland. Deel 2. De classes Drogeham (Drachten) en Leeuwarden van de Afgescheiden kerken

[p. 177]

3 De Afgescheiden classis Leeuwarden

De classis Leeuwarden was één van de 6 classes waarin de Afgescheiden kerken van Friesland waren verdeeld. Groot was ze niet, integendeel. Toen ze op 6 december 1837 haar eerste vergadering hield, telde ze slechts 3 gemeenten (Leeuwarden, Oenkerk en Suawoude), waarbij nog te bedenken valt, dat de meeste leden van Leeuwarden in de omliggende dorpen woonden.

Natuurlijk was het de provinciale predikant S. van Velzen, die de notulen van die eerste vergadering schreef, voorafgegaan door een korte inleiding. De daarop volgende notulen zijn jarenlang van de hand van W.D. Hellema, de bekwame maar ook veel omstreden ouderling van Leeuwarden (woonachtig te Wirdum). In ons hoofdstuk over Leeuwarden zullen wij hem telkens weer tegenkomen wanneer, mee door zijn toedoen en door dat van zijn collega-ouderling J. Meijering, de spanningen in de classis zo hoog opliepen, dat er een explosieve toestand ontstond. De classis Leeuwarden werd in 1843 zelfs opgeheven. Gelukkig is ze drie jaar later - in 1846 - onder veranderde omstandigheden weer herrezen. Wel zou het nog 5 jaar duren, voordat Hellema zich met de classis verzoende.

Lang heeft de Afgescheiden classis Leeuwarden slechts drie kerken geteld. Toen ze in 1846 opnieuw tot openbaring kwam, bleken er weer slechts drie gemeenten te zijn, nl. Leeuwarden, Oenkerk en Beetgum (de laatste was in 1842 geïnstitueerd). De gemeente Suawoude, die nog wel bestond, was ‘achtergebleven’. Pas later deed ze weer mee.

In 1847 kwam Boksum erbij, in 1850 Bergum. Een jaar later telden de zes classiskerken samen vijf predikanten. Suawoude mocht pas 20 jaar later zijn eerste dominee, J. van Anken, begroeten.

De op de classisvergaderingen behandelde belangrijke agendapunten hebben we bij de desbetreffende plaatselijke kerken ondergebracht.