Woord vooraf
Bij onze onderzoekingen hebben we veel medewerking ondervonden van personen, die ons de toegang tot de archieven gemakkelijk maakten of ons aan gegevens hielpen of de weg wezen in het eigen dorp met de bijbehorende gehuchten.
Zo kwamen wij in veel kerkgebouwen met in de consistoriekamer aan de muur de afbeeldingen van vroegere predikanten.
Onwillekeurig schoten ons bij het bekijken daarvan de woorden in de gedachte: ‘Gedenkt uw voorgangers...’ (Hebr. 13:7).
Menig uur brachten wij door in de archieven van gemeentehuizen, waar de rekken dicht op elkaar stonden, en waar soms nauwelijks ruimte voor een tafeltje was uitgespaard.
Maar de daar bij kunstlicht gedane vondsten hebben veel ongemakken doen vergeten.
Het is hier de plaats een woord van dank te richten tot allen, die ons op één of andere wijze bij deze speurtochten hebben geholpen.
We denken dan o.a. aan de medewerking, die we hebben ondervonden op het rijksarchief te Leeuwarden en op de gemeentearchieven van Leeuwarden, Leeuwarderadeel, Tietjerksteradeel, Smallingerland, Achtkarspelen, Kollumerland en Menaldumadeel.
Verder mogen we niet vergeten de vertegenwoordigers van plaatselijke kerkeraden, die het raadplegen van kerkelijke archiefstukken mogelijk hebben gemaakt.
Ook past hier een woord van erkentelijkheid voor G. Lievaart te Aduard (Gr.) die geassisteerd heeft bij het bronnenonderzoek en het register van persoonsnamen samenstelde.
Eveneens zijn wij dank verschuldigd aan: ds J.J. Kalma te Leeuwarden, P. van Schaik te Drachten, drs S.J. Th. Homan te Tolbert (Gr) en J.G.J. van Booma te Gouda, landelijk consulent van de archieven der Nederlandse Hervormde kerk.
Tenslotte valt nog te noemen dr H. Algra te Leeuwarden, die een gedeelte van het manuscript heeft doorgelezen, en J. Tabak te Drogeham, met wie we Achtkarspelen - waarin Drogeham ligt - tot in de uiterste hoeken hebben verkend.
Groningen, november 1981
De schrijver