Woord vooraf
Nadat we de beschrijving van de Afscheiding van 1834 in resp. de provincies Groningen (3 delen), Friesland (eveneens 3 delen) en Overijssel (2 delen) hadden voltooid, wenkte ons Zeeland, het gewest waarin we 18 jaar werkzaam zijn geweest (Zeeuws-Vlaanderen).
In de hier nu volgende studie hebben we ons beperkt tot een stuk kerkhistorie van Zeeland, namelijk de Afscheiding van 1834 en de geschiedenis van de Afgescheiden kerken in Zeeland in de eerste decennia na hun ontstaan (waarbij we vanzelf ook aandacht hebben gegeven aan de zogenaamde kruisgemeenten). Als tijdslimiet is genomen 1869, het jaar waarin de landelijke vereniging van Afgescheidenen en Kruisgezinden tot stand kwam. Laatstgenoemde groep had zich in 1838 en volgende 19 jaren van de hoofdstroom van de Afgescheiden kerken gesepareerd.
Toen we met de voorstudie van ons boek begonnen, waren we oorspronkelijk van plan de resultaten van ons archiefonderzoek in één deel te publiceren. Maar het steeds toenemend aantal opgespoorde gegevens vloeide op den duur over de rand van een normaal eendelig boekwerk, zodat we besloten er twee delen van te maken.
In dit eerste deel hebben we de Afscheiding van 1834 op de Bevelanden en in Zeeuws-Vlaanderen behandeld. De volgende gemeenten komen dan aan bod. Op Zuid-Beveland: Nieuw dorp, Borssele, Goes, Baarland, Kruiningen-Yerseke, Krabbendijke-Rilland, Wolphaartsdijk, Heinkenszand en Kapelle-Biezelinge. Ook hebben we nog een apart hoofdstuk gewijd aan het korte bestaan van de Gereformeerde gemeente onder het kruis te Goes.
Op Noord-Beveland zijn pas in de jaren '60 van de vorige eeuw enige Afgescheiden gemeenten ontstaan: Colijnsplaat, Geersdijk-Wissenkerke en Kamperland.
Tenslotte komen in Zeeuws-Vlaanderen de gecombineerde gemeente Axel-Neuzen-Zaamslag (in oostelijk Zeeuws-Vlaanderen), Groede-Breskens (in westelijk Zeeuws-Vlaanderen) aan de beurt, terwijl we ook nog een hoofdstukje hebben geschreven over Sluis (eveneens in westelijk Zeeuws-Vlaanderen), waar echter slechts zo'n 20 jaar een mini-gemeente heeft gefunctioneerd.
In een tweede deel hopen we dan de Afscheiding van 1834 op Walcheren, Schouwen-Duiveland, Tholen en Sint Philipsland te behandelen.
Het is hier de plaats een woord van dank te richten tot de volgende