De Afscheiding van 1834 in Overijssel. Deel 1. De classis Zwolle
(1984)–Jan Wesseling– Auteursrechtelijk beschermd
[binnenkant voorplat-I]
| |||||||||
[pagina 2]
| |||||||||
[pagina 7]
| |||||||||
Woord voorafWe zijn blij, dat na het verschijnen van de beide trilogieën over resp. de Afscheiding van 1834 in Groningerland en die in Friesland, nu het eerste deel van de Afscheiding van 1834 in Overijssel gepubliceerd kan worden. Ook deze studie berust evenals de zojuist genoemde op een diepgaand en uitgebreid bronnenonderzoek. In dit eerste deel van de Afscheiding van 1834 in Overijssel wordt de historie van de Chr. Afgescheiden kerken in noord-westelijk Overijssel gedurende de periode 1835-'69 beschreven. En niet alleen van deze kerken, maar ook van de in 1838 en latere jaren daaruit voortgekomen Gereformeerde Gemeenten onder het Kruis. Als eindpunt kozen we het jaar 1869, omdat toen op de synode van Middelburg de officiële vereniging van beide kerkengroepen tot stand is gekomen (op enkele uitzonderingen na). In dit eerste deel van de Afscheiding van 1834 in Overijssel passeren de revue de gemeenten te Kampen, Mastenbroek, Genemuiden, Zwartsluis, Hasselt, Zwolle, Zalk, Rouveen, Staphorst, Steenwijk, Wanneperveen-Dinxterveen, Ambt-Vollenhove; een klein hoofdstukje is gewijd aan ‘Iets over de Kruisgemeente te Blokzijl’. Heel globaal genomen vormden eerstgenoemde kerken de classis Zwolle, terwijl de Kruisgemeenten van 1851-'69 ressorteerden onder de classis Overijssel, waarvan de notulen gelukkig zijn bewaard gebleven.
Met de indeling in classes is het een zeer ingewikkelde geschiedenis geweest. Tengevolge van de ‘troebelen’ met de Kruisgezinden en met de Brummelkamp-groep (1847) kwamen er niet weinig wisselingen in naam en samenstelling voor. We zullen het hier niet alles ophalen. Het zou de lezer gaan duizelen. We beperken ons tot de eerste indeling in classes, tijdens de Provinciale vergadering van de Afgescheiden kerken op 18 november 1837 tot stand gekomen. Hierbij maken we enige opmerkingen.
| |||||||||
[pagina 8]
| |||||||||
Het is hier de plaats een woord van dank te richten tot een aantal personen, die ons - ieder op zijn eigen wijze - met raad en daad hebben geholpen. Het was weer G. Lievaart te Aduard (Gr), die ons geassisteerd heeft bij het bronnenonderzoek en het register van persoonsnamen samenstelde. Verder zijn J.L. Admiraal, werkzaam bij de Gemeentelijke Archiefdienst te Zwolle, en de ambtenaren van het Rijksarchief in de provincie Overijssel te Zwolle, ons zeer ter wille geweest. En zeker moeten we hier ook noemen C.J. de Kruijter, archivaris van de Gereformeerde kerken, te Leusden, die ons zeer heeft gediend met zijn kennis van de archivalia betreffende de Afscheiding in Overijssel, vooral wanneer het ging om zijn geboortestad Zwolle. Dit geldt ook voor Z.O. Broek Roelofs, archivaris van de Particuliere synode van Overijssel, te Almelo. Tenslotte noemen we hier nog drs J. van Gelderen te Kampen, die ons met veel goodwill is tegemoet getreden, en G. den Otter te Slochteren, met wie we per auto niet zo gemakkelijk bereikbare oorden in noordwestelijk Overijssel hebben kunnen bezoeken. | |||||||||
[pagina 9]
| |||||||||
Er waren nog meer ‘helpers’. Hun namen zijn te vinden in de aantekeningen bij de desbetreffende gemeenten.
Groningen, 29 november 1983 De schrijver |
|