De necromant
Over zijn glazen stolpen en bollen gebogen fixeert hij een jongen krokodil. Het tot leer geworden omhulsel van een vleermuis leert hij vliegen aan een touwje, door middel van een waaier. Hij slaat het groote boek met zwarte teekens aan zijn lessenaar open, wijst met een gele vinger en een lange nagel de regels langs, prevelt: ‘Boela, Boela, Boel,’ met een onderkaak die telkens uit het gewricht valt - telkens een kort oponthoud veroorzakend om hem weer met beide handen te bevestigen. Daarna sluit hij de oogen en schuift de bril op het voorhoofd.
Doch er verschijnt slechts een klein duiveltje, dat bericht, dat de Satan vuur verlangt voor zijn sigaar.