Haerlemsche Duyn-Vreucht(1636)–C.P. van Wesbusch– Auteursrechtvrijin-hebbende: veel nieuwe, stichtelijke en vermaeckelijcke, amoureuse liedekens ende gedichten; soo op versierde, als waerachtige geschiedenissen gemaeckt Vorige Volgende [Folio A1v] [fol. A1v] Tot de berispers. FAute-soekers, splinter-kiickers, Schuym van brave Reden-rijckers: Vindt ghy onduyts, of redijt: 'k Bid u, sulckx my niet verwijt; Ick en soeck gheen Tinne-kannen: Kroes noch Schootel van u Mannen: Ick en tracht niet nae u Prijs, Want ghy Oordeelt al te vijs; Die by u al Prijs verdienden, En by waer niet van u Vrienden: Soo vyaert niet met al zijn Konst: Want u Oordeel gaet met Gonst. Ick en soeck nu Gonst noch Prijssen, Van u overdwase vysen: 't Gheen ick heden heb bestaen, Heb ick maer uyt Liefd' ghedaen. FINIS. Vorige Volgende