[Dientje, de scheepskat, is dood]
Dientje, de scheepskat, is dood
Amsterdam, 7 mei 1950
Geachte Heer,
Met deze wil ik U toch even in kennis stellen van het overlijden van Dientje van de ‘Iris’.
Het heeft mij erg verdriet gedaan maar er was niets meer aan te doen, Dr. Folmer de Dierenarts heeft nog zijn best gedaan om het leven van Dientje te redden maar 't mocht niet baten.
Vij maakten al enige maanden korte reizen met de ‘Iris’ naar Kopenhagen, Götenborg en ook Bremen en Hamburg. Dientje heeft daar in Kopenhagen nog een avontuur gehad. Ze ging vlak voor het vertrek aan land en kwam niet terug, wij vertrokken zonder Dientje naar Götenborg in Zweden en vandaar naar Amsterdam. Toen wij in Amsterdam aankwamen was er een man aan de kade die riep dat Dientje al drie dagen eerder als wij in Amsterdam was, in de Kantine bij Dhr. Jansen.
De Deense stuwadoor Hansen die de poes ook kende had haar met een ander schip meegegeven dat direct naar Amsterdam ging.
Maar voor een dag of 10 geleden werd het beestje plotseling ziek. Ze wou niet meer eten of drinken en zat maar stil in elkaar.
Zo gauw wij aan land gingen ben ik met haar naar Dr. Folmer gegaan, die zei dat het katteziekte was, gevaarlijke ziekte voor poesen, heeft haar ingespoten en medicijnen gegeven, maar gaf niet veel hoop.
Nog diezelfde nacht van 28 op 29 april is Dientje gestorven. 'k Moest de andere dag weer vertrekken naar Bremen en Hamburg. Nu ik wou het dode poesje niet achterlaten bij mij thuis, om weg te laten halen door vreemden.
Hoe is de mens tegenover een dood dier?
Hoe is de mens tegenover de mens af en toe?
En ik heb het dode poesje medegenomen, en in de Noordzee begraven, in een kistje met stenen verzwaard en zeildoek overspannen, gewikkeld in mijn regenjas; waar ze altijd in mee naar huis ging lag ze in. Dus ze heeft een zeemansbegrafenis gehad. Morgen, maandag 8 mei vertrekken wij weer naar Spanje, heel wat aangenamer varen dan op het Noorden.
Nu ik heb u nu van het een en ander in kennis gesteld, want ik wou het u toch even laten weten.
Met hartelijke groeten,
Hoogachtend,
P.A. Grauman Ross
Voor copie conform, zonder commentaar
J.W.F. Werumeus Buning