Verzamelde gedichten(1970)–J.W.F. Werumeus Buning– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 411] [p. 411] Mussen en mensen Werp ik het oude brood op het dak, Komen de vecht-zieke mussen en spreeuwen, Vrienden, die sinds lang niet meer vluchten Hoe snel en sterk zij gevleugeld zijn, Maar onderling twistend. En, is het anders met de mensen? Achterdocht en de felle broodnijd Beheerst ons; en de goede vriendschap Komt niet tot stand. Hoeveel dan te minder Het gevleugelde dat ten hemel voert. Ach, als wij elkander verstonden En erkenden in onze kracht, Mensen en volken en de geheime Toekomst der aarde, waar brood en zout Eeuwig weer vrede zouden geven. Maar, vergeefs. Het raam uitkijkend Zie ik de mussen, hoewel er genoeg is Vechtend om brood en grijsgevleugeld 't Recht van den sterkste elkaar betwistend; Ga zelf aan tafel en eet mijn maal, God verstaande in het gevecht der Onsterfelijke vogels. Vorige Volgende